Het zijn niet alleen prachtig bewaarde kastelen en paleizen vol prachtige tentoonstellingen en gewelfde plafonds die binnenlandse bezoekers aantrekken. Voor velen van hen zijn archeologische vindplaatsen nog fascinerender. De barokke kachels en flamboyante aristocratische schilderijen zijn misschien niet de belangrijkste attractie, maar er is meer aan de hand. In de middeleeuwen was het een belangrijke vesting en verdedigingsbasis voor het Boheemse koninkrijk.
Er zijn verschillende van zulke grote archeologische vindplaatsen in Šumava. De belangrijkste zijn. [Het kasteel werd halverwege de 13e eeuw gebouwd en diende om de handelsroutes te beschermen. Het was tijdens de Hus-oorlogen dat het kasteel zijn huidige \’glorie\’ bereikte. Tijdens de belegering van dit kasteel verloor Jan Žižka, de Hussietische commandant van Trokunov, zijn andere oog. Dit gebeurde rond 1421. Nadat het leger het kasteel had verlaten, werd het herbouwd, maar de plunderingen tijdens de Dertigjarige Oorlog bleken fataal en het kasteel begon rond 1620 in verval te raken. Toch zijn er sporen van verschillende delen van de gebouwen, belangrijke vestingwerken, torens en goed bewaarde kasteelmagazijnen bewaard gebleven. De ligging op de hoogten langs de rivier de Otava maakt het tot een symbolisch gebouw van Khoraj Kelavice en Susikko.
Een ander interessant kasteel van Šumava isKašperk. Het kasteel is echter al sinds 1616 in verval en werd letterlijk gesloopt in de periode na de oorlog van de jaren dertig door de lokale bevolking die nam wat ze nodig hadden om hun eigen huizen te bouwen; het werd gerestaureerd als monument in de 19e eeuw; het is nog steeds in gebruik. Het wordt vandaag de dag nog steeds gerestaureerd volgens de bouwmethoden van die tijd.
Kasteel Vitekis de laatste van de drie klaverjassites (maar zeker niet de laatste in Sumava). Dit relatief kleine kasteel wordt ook wel de Steen van Vitek genoemd, wat de naam is van de berg waarop het kasteel ligt. Het is de hoogste ruïne in Tsjechiëen werd gebouwd door de familie Vitkov en gekocht door de familie Rojnberg. Zij namen hier Václav IV enkele maanden gevangen; het gebouw raakte in verval na het midden van de 18e eeuw en pas in 1869 werd het gekocht door de familie Schwarzenbergen herbouwd als wachttoren.
